Bewijslast vanuit BW, ook voor infrastructurele projecten
René de Kwaadsteniet, bestuurder van de KiKCampus, ontmoet veel mensen uit de bouw- en infrabranche. Ook van brancheverenigingen uit de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW). Uit de gesprekken maakt hij op dat de sector zich onvoldoende lijkt te realiseren dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ook voor hen geldt. Niet alleen de Wkb is relevant voor de GWW-sector, de wijziging van het Burgerlijk Wetboek dat de aansprakelijkheid van aannemers versterkt, is minstens zo belangrijk.
“Terwijl juist nu de bouw en infra proefprojecten zouden moeten initiëren om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie met de Wkb in 2021”, geeft René de Kwaadsteniet aan.
Wkb ook voor GWW-projecten!
“Projecten in de GWW hebben betrekking op het ontwerp en de realisatie van wegenbouw, grondwerken, waterbouw en railbouw. Zoals de bouw van dijken, de aanleg van wegen en het bouwen van bruggen, viaducten en tunnels. In de GWW-sector moeten de volgende bouwprojecten aan de Wkb voldoen: alle (ver)bouwprojecten (geen gebouw zijnde) van maximaal 20 meter hoog die geheel of gedeeltelijk bovengronds zijn! Dus ook een damwand van betonblokken, stuw, sluis, aquaduct, taluds of kleine fietstunnels. Wegen daarentegen vallen op basis van deze criteria niet onder de Wkb.”
Wijziging BW: aannemer aansprakelijk
“De Wkb voert verschillende aanpassingen door van het Burgerlijk Wetboek (BW) om de positie van de opdrachtgever te versterken”, merkt René de Kwaadsteniet op. “Een van die aanpassingen is dat de aannemer aansprakelijk is voor alle gebreken die niet in het consumentendossier (tussen aannemer en opdrachtgever, red.) staan, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer toe te rekenen zijn. Dus hij krijgt ook een bewijslast. Dit geldt ook voor infrastructurele projecten!”